VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

BLG Wonen ook in hoger beroep vrijgepleit van overkreditering bij opeethypotheek

Geplaatst op: 26-08-2019, 13:10:22

Nabestaanden die ruim twee ton eisten van BLG Wonen, omdat de bank hun erflater een te hoog krediet zou hebben verstrekt, zijn in het ongelijk gesteld door zowel de Geschillencommissie als de Commissie van Beroep van Kifid. Beide instanties stellen dat BLG voor de opeethypotheek de normen uit de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF) mocht overschrijden.

De man en zijn partner willen in 2008 een Pensioen Optimaal Hypotheek, een opeethypotheek, sluiten bij BLG. Ze hebben op dat moment een woning met een marktwaarde van € 360.000 (executiewaarde € 324.000) en een hypotheek van ruim € 88.000. Daarnaast hebben ze twee doorlopende kredieten van samen ongeveer € 44.000. Hun aan die schulden verbonden maandlasten bedragen € 1.200.

Maximale leencapaciteit

BLG Wonen brengt een offerte uit voor een lening van € 240.000. Daarbij geeft de bank aan dat die hoger is dan de GHF-normen voorschrijven. Op basis van de gedragscode bedraagt de maximale leencapaciteit iets meer dan € 58.000. Het stel ondertekent de offerte en sluit bij de hypotheek een direct ingaande lijfrenteverzekering af. De eenmalige inleg daarvan bedraagt een ton.

Schadevergoeding

Bij Kifid klagen de man en zijn partner in 2017 dat BLG zich schuldig heeft gemaakt aan overkreditering. Kort na het aanhangig maken van die klacht overlijdt de man. De vrouw en andere erfgenamen zetten de zaak voort. Volgens de klagers was er geen sprake van een uitzondering waardoor BLG een hogere lening mocht aanbieden dan de maximale leencapaciteit. Ze eisen een schadevergoeding van € 222.715.

Passend product

Zowel bij de Geschillencommissie als later bij de Commissie van Beroep vangen de nabestaanden bot. “De Pensioen Optimaal Hypotheek was op zichzelf een passend product, dat niet alleen aansloot op de omstandigheden waarin Consumenten zich bevonden maar ook op hun wensen. Enerzijds werd door de financiering en de aankoop van de Direct Ingaande Lijfrente (DIL) het inkomen verhoogd en anderzijds werden de maandelijkse lasten voor ten minste tien jaar zodanig verlaagd dat Consumenten hun wens om in de woning te kunnen blijven wonen, konden realiseren”, aldus de uitspraak.

Behoud van overwaarde stond niet voorop

De Commissie van Beroep stelt bovendien dat het stel via de offerte gewaarschuwd is. Ook hadden ze uit de tekst van het ‘Verzoek Maatwerktoets BLG Hypotheken’ duidelijk kunnen opmaken dat de overwaarde van hun woning deels zou worden opgegeten. “Het behoud van die overwaarde – en van dat vermogen – stond dus niet voorop, maar wel de wens om in de woning te blijven wonen.”

Afwijking van gedragscode

Met alleen het pensioeninkomen van consumenten zou de financiering inderdaad hoger zijn dan volgens de geldende normen voor kredietverstrekking verantwoord was, aldus de commissie. Maar met de beoogde uitkering uit de lijfrente zou geen sprake zijn van overkreditering. En al was dat het geval, zo luidt het oordeel, dan was de overkreditering verantwoord. Er mocht worden afgeweken van de gedragscode.

Geen bijzonder risico

“Gelet op de hoogte van de financiering en de executiewaarde van de woning bestond geen bijzonder risico dat Consumenten na ommekomst van de periode van tien jaar en na de verkoop van hun woning met een restschuld zouden blijven zitten. Aan de kredietverstrekking waren dus geen voorzienbare, onverantwoorde risico’s verbonden”, schrijft de Commissie van Beroep. Ook kan er niet gezegd worden dat er een ander (beter) passend product mogelijk was geweest.

Van een zorgplichtschending is dus geen sprake, bevestigt de Commissie van Beroep de uitspraak van de Geschillencommissie. BLG hoeft geen schadevergoeding te betalen.

Bron: bijdrage van Paul de Kuyper van 26 augustus 2019 op www.amweb.nl                              

Vorige pagina